Vier modellen voor toepassing van laadpunten

In onze advisering van woningcorporaties en gemengde VvE’s staat bovenstaand plaatje centraal; op welke manier worden laadpunten mogelijk gemaakt. De vier varianten leggen we hier uit:

  • Variant nul: iedereen regelt het zelf. Als de corporatie/vve niets doet maar wel iedereen zelf laat investeren, trekt iedereen zelf bekabeling vanuit de collectieve meterkast. Op enig moment klapt dan de aansluiting eruit op momenten dat auto’s tegelijkertijd laden, omdat er niet “geknepen” kan worden op de laadstroom. De capaciteit van de aansluiting moet dan worden verhoogd met eenmalige en vooral jaarlijkse kosten. De corporatie kan een minimale voorbereiding maken in de centrale groepenkast, een investering in smart charging/load balancing. Kort en goed houdt dit in dat als er veel stroomvraag is, het stroomaanbod aan de laadpunten wordt teruggeschroefd. Iedereen kan dan voor zijn rekening een eigen kabel trekken en laadpunt maken, echter laadpunten moeten dan wel compatible zijn. Dit geeft voor de corporatie of VvE geen verdienmodel, en elektrisch rijders en corporatie zijn uiteindelijk duurder uit als er veel laadpunten komen.
  • Variant 1: De corporatie / vve kan laadpunten plaatsen bij een aantal parkeerplaatsen die specifiek voor elektrische auto’s zijn. Auto’s laden tenslotte niet allemaal tegelijkertijd, en zo kan met een kleine investering een grote groep bediend worden. Ter voorkoming van “laadpuntkleven” (een auto blijft opgeladen bij een laadpunt staan, zodat de volgende er niet bij kan) zijn goede technische en sociale oplossingen en financiële incentives (boetetarief). Deze variant is toepassing als er niet op vaste plekken wordt geparkeerd, of als mensen kunnen ruilen van plek zodat elektrische auto’s bij elkaar komen te staan.
  • Variant 2: de corporatie / vve kan een ringleiding aanleggen voor haar rekening. De elektrisch rijder kan zelf een laadpunt aanschaffen dat wordt ingeklikt op de ringleiding, eventueel met een “instapkost” om de corporatie/vve terug te betalen. Ofwel de corporatie kan het laadpunt 1-op-1 verhuren (een parkeerplaats met een laadpunt kost meer dan een parkeerplaats zonder laadpunt). Dit geeft als nadeel een hoge voorinvestering (denk aan 300 euro per parkeerplaats), maar daarna kan wel iedereen een eigen laadpunt krijgen.
  • Variant 3: de corporatie / vve kan parkeerplaatsen opofferen waar elektrisch rijders kunnen laden, en daarna weer weg moeten. Bij zwerfplekken en garages met onverhuurde plaatsen zal dit kunnen. De corporatie kan dan een maandelijkse kost vragen voor het krijgen van een laadpas. Het verkopen van stroom met een marge mag (nog) niet.

Duidelijk is dat alle varianten voor- en nadelen hebben en niet overal toepasbaar zijn. De ene variant is ook toekomstbestendiger dan de andere. Ook zijn tussenvarianten mogelijk. De onderstaande figuur geeft een beslisboom. Wij ondersteunen met heldere financiële modellen, inkoop en inrichting van beheer.